De een- en tweepersoons verblijven liggen rondom zeven binnenhoven aan de buitenzijden van het complex. Deze hebben eigen voordeuren aan de straatzijde, maar zijn ook toegankelijk
vanuit het binnenplein. Dit plein wordt bereikt vanuit een ingangsgebouw waarvan de gevel met een zachte curve, uitnodigend naar binnen neigt. De stalen kolommen daarvoor
dragen houten spanten met een trapvormige beëindiging. Twee
ronde ontmoetingsruimten op het binnenplein ontvangen hun
licht via lichtsleuven als stralenkransen in het dak.