De wooneenheden werden als onafhankelijke, maar wel koppelbare volumes onder de bestaande kap van de voormalige geitenstal geplaatst. Aan de achterzijde zijn er ruime veranda’s en aan de voorzijde terrassen voor een prettig verblijf in de ochtendzon. De oriëntatie van het gebouw is zodanig dat er een optimale beleving van het landschap is. De gevelbekleding, de pilaren en terrasschermen zijn van onbehandeld hout en geven het geheel een stoer karakter. De adequate benaming Lodgerie, een inventieve samentrekking van woorden, is door de eigenaren bedacht.